R.C van der Heiden (Robert Cornelis)
Westblok 9
2291WZ Wateringen
geboortedatum en -plaats: 11 januari 1957, Den Haag
bankrekeningnummer: 88.73.74.123

Wateringen, 13 december 2002

Aan: De Officier van Justitie
Postbus 20302
2500EH 's-Gravenhage

Betreft: Beschikking nummer 29056773707 dd 10 dec 2002

Geachte heer, mevrouw,

Verkeersboetes beschouw ik als een vervelend, maar onontkoombaar fenomeen. Als automobilist ben je af en toe de klos, en daar is eigenlijk niets tegen te doen.

Dat ik 10 augustus 1995 rond middernacht, op een rustige A16, op de terugweg van vakantie betrapt werd op een snelheid van 97 km/uur, 17 km te hard voor een auto met aanhangwagen, terwijl ik de hele rit in Frankrijk en België legaal 120 km/uur had mogen rijden, en daarvoor een bekeuring van 100 gulden kreeg, soit. Risico van het vak. Voortaan probeer ik me nog meer in te houden zodra ik mijn vaderland binnen rijd.

Dat ik 10 september 1997 om 21.27 uur, om een rustige A2 wel 104 km/uur reed (gecorrigeerd), en dus 50 gulden moest dokken, vooruit. Eigenlijk te gek voor woorden, maar zonder morren betaald.

Op 23 januari 1999 probeerde ik een kennis bij te houden die beter dan ik de weg wist in Den Haag, maar ook beter wist waar er gecontroleerd werd. Daar ging ik dus 63 in de bebouwde kom en dat kostte mij 80 gulden. Eigen schuld dikke bult, da's te hard in de stad.

En nog dit jaar, 4 juli 2002 uit mijn werk, ietwat geïrriteerd door een slome voorganger pakte ik nog gauw even net-rood mee en zag een lichtflits in mijn spiegel. Inderdaad, een prent van 86 euro. Leergeld, dat zal ik niet gauw meer doen.

Dit is zo'n beetje mijn strafblad over de afgelopen 10 jaar, voorzover ik het in mijn eigen archieven kan terug vinden. Waarmee ik maar wil aangeven, als ik al over de schreef ga, eens in de paar jaar, kan ik het mezelf òf nauwelijks verwijten, òf ik kan in ieder geval nog wel bedenken hoe ik tot mijn misdaad ben gekomen. Ik ben zeker niet het type dat er schik in heeft met 120 vlak langs een wegwerker te scheuren.

Toen ik dan ook afgelopen vrijdag, 6 december 2002, gedachteloos een envelop openmaakte waar mijn naam op prijkte, was ik in eerste instantie zeer verbaasd toen ik zag wie de afzender was: het Centraal Justitieel Incasso Bureau! Toen ik een stukje lager het bedrag zag staan was ik ontzet. Toen ik de omschrijving van de overtreding zag was ik verbijsterd, en na enige verdere studie was ik verontwaardigd. Dat ben ik nu nog steeds trouwens.

Ik wil dan ook graag van de gelegenheid gebruik maken om tegen deze beschikking in beroep te gaan. Gelukkig heb ik daar ook nog enkele argumenten voor.

Allereerst een situatieschets, met uw welnemen. De (Prins) Bernhardlaan verbindt de A12 (Utrechtse Baan) met de plaatsen Voorburg en Leidschendam, o.a. het grote winkelcentrum Leidsenhage. Het is een drukke doorgaande weg, voor het grootste deel uitgevoerd met twee rijbanen in elke richting. Je rijdt er nooit alleen, maar altijd in een stroom van verkeerslicht naar verkeerslicht.

De bewuste dag had ik 's middags vrij genomen. Ik werk bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, ben dus ambtenaar, en ik had nog enkele ADV dagen op te maken. Het was weekend en mijn humeur was prima. Geen sprake van haast of moordlust. Volgens de automatische administratie van het CBS verliet ik het pand om 12:09 uur. De overtreding is geklokt om 12:14 uur. Dat zou net kunnen.

En dan dus mijn argumenten tegen de beschikking.

  • Ik ben me van geen kwaad bewust. Ik weet dat een voetganger, die zich aan de rand van een oversteekplaats bevindt het recht heeft op voorrang, en ik neem nogal eens de moeite om dat in voorkomende gevallen ook te verlenen. Als je echter op de Bernhardlaan in de stroom komt aanrijden, heb je nauwelijks de gelegenheid om te stoppen. Dit zou al snel leiden tot kop-staat botsingen. Voetgangers weten dat in het algemeen ook wel. Ik kan me in ieder geval niet herinneren iemand bijna over de tenen gereden te hebben. Maar waarschijnlijk zult u van dit argument niet onder de indruk zijn.
  • De verhouding tussen overtreding en sanctie. Door rood rijden kostte mij dit jaar nog 86 euro, langs iemand rijden die waarschijnlijk gewoon staat te wachten tot de stoet voorbij is, kost mij 115 euro? Bovendien een overtreding waarvan de waarneming wat mij betreft per definitie subjectief is. Ik vind het nergens op slaan, en ik ben ook nog niemand tegen gekomen die een reden kon verzinnen voor zo'n sanctie.
  • De plaats van de overtreding. De Prins Bernhardlaan in Voorburg. Waarom mag ik niet weten waar het is gebeurd? De Bernhardlaan is kilometers lang. Een voetgangers oversteekplaats kan toch wel iets nauwkeuriger worden aangeduid? Ik heb me een heel weekend suf gepiekerd waar dit zou kunnen zijn gebeurd. Ik weet het nog niet, en dat kan ook niet, maar dan kom ik op mijn volgende en laatste argument:
  • En hiervoor heb ik een plattegrondje bijgevoegd, geleend van de KPN CDfoon. Het CBS ligt aan de (Prinses) Beatrixlaan in Voorburg. Over de Mgr. van Steelaan loopt een trambaan, en die is op de Beatrixlaan voor auto's niet over te steken. Daarom rijd ik altijd over de Spinozalaan naar de Bernhardlaan. Aan het eind van de Spinozalaan staan verkeerslichten. Eén voor rechtdoor en linksaf, één apart voor rechtsaf. Ik ga daar rechtsaf, en als dat verkeerslicht op groen staat, staat het voetgangerslicht op rood. Vanaf dat moment ben ik dus op de Bernhardlaan, en tot de aansluiting met de Utrechtsebaan zijn alle voetgangers oversteekplaatsen beveiligd met verkeerslichten! Alle verkeerslichten werken altijd, ook 's middags zoals ik nog eens extra heb gecontroleerd. Aangezien ik blijkbaar geen rood licht heb genegeerd, moet ik mijn overtreding blijkbaar hebben begaan ten koste van een voetganger die van plan was zelf wel het rode licht te negeren! Hiervoor deze sanctie op te leggen lijkt me ridicuul.
  • Samengevat zijn mijn argumenten dus:

  • Volgens mij heb ik de overtreding niet begaan,
  • Al had ik de overtreding begaan, de sanctie is belachelijk,
  • Er is niet (duidelijk) aangegeven waar ik de overtreding zou hebben begaan,
  • Ik kan de overtreding niet hebben begaan.
  • Ten slotte nog dit. Hoewel mijn collega's mij nu bij voorkeur aanspreken als wegpiraat of doodrijder, zien de meesten dit toch als de meest belachelijke bekeuring die ze ooit hebben gezien. Ik hou zelf niet van clichés, maar in een tijd dat je braaf 50 rijdend in je auto links en rechts wordt gepasseerd door onverlichte scooters met ongehelmde berijders, en je een fiets nog geen uur bij een station kan laten staan als die niet aan het hek zit vastgeketend, zou je toch denken dat dit tijdverspilling is. Ik voel me hier echt een slachtoffer van willekeur, en ik hoop dat mijn vertrouwen in een redelijke rechtsstaat, ook wat verkeer betreft, hersteld kan worden.

    Excuus voor de lengte van mijn beroep tegen deze beschikking. Blijkbaar had ik het even nodig om de frustratie van mij af te schrijven. In de hoop en verwachting dat u mij spoedig zult berichten dat deze aanklacht is vernietigd, verblijf ik, met de meeste hoogachting en een vriendelijke groet,





    Rob van der Heiden

    Bijlagen: Plattegrondje
    Kopie van de beschikking